Op grond van het dossier wordt vastgesteld dat de verdachte het niet kon accepteren dat de relatie door zijn ex was beëindigd. De verdachte heeft haar die dag gevolgd en opgewacht op de parkeerplaats bij winkelcentrum Walburg in Zwijndrecht waar zij nietsvermoedend met haar moeder boodschappen deed. Op de parkeerplaats pakte hij zijn ex-partner vast en schoot van dichtbij met een wapen in de rug. Rond dat moment wilde haar moeder ingrijpen en greep zij de verdachte beet. De man draaide zich om en schoot één keer in de borst van 66-jarige vrouw. Zij overleed ter plekke aan haar verwondingen. De verdachte draaide zich daarna opnieuw om en schoot nog een keer in de rug van zijn ex-partner die toen op de grond lag. Zij is als gevolg hiervan blijvend invalide geraakt.
De rechtbank ziet het handelen van de verdachte niet anders dan als een geplande en doelmatig uitgevoerde poging om zijn ex te liquideren. Het betreft hier, zoals ook naar voren gebracht door de officier van justitie, een poging tot femicide.
Moord of doodslag
Belangrijk in deze zaak is of er sprake is van handelen met voorbedachte raad. Dat geldt wel voor de aanval door de verdachte op zijn ex-partner. Daarbij is naar het oordeel van de rechtbank sprake geweest van een planmatige aanpak. Ook schoot hij twee keer van dichtbij op de vrouw. Het handelen is naar zijn uiterlijke verschijningsvorm zo onmiskenbaar gericht geweest op het om het leven brengen van de vrouw, dat ook daaruit blijkt van handelen met voorbedachte raad. Daarom is de poging tot moord op zijn ex-partner wettig en overtuigend bewezen.
Dit geldt niet voor het met voorbedachte raad doden van de moeder. Het handelen van de verdachte was erop gericht om zijn ex-partner om te brengen en hij lijkt enkel op haar moeder te hebben geschoten omdat zij ingreep om dat te beletten. Wel is er sprake van opzet, omdat hij van zeer korte afstand in de borst van de moeder schoot. Daarom acht de rechtbank moord niet bewezen, maar doodslag wel.
Geen levenslang
Nu niet is bewezen dat de verdachte met voorbedachte raad heeft gehandeld bij het doden van de moeder en hij dus niet voor moord maar voor doodslag zal worden veroordeeld, biedt de wet niet de mogelijkheid om aan hem een levenslange gevangenisstraf op te leggen, zoals geëist door de officier van justitie. Hoewel de verdachte meermaals heeft 'gevraagd' om aan hem een levenslange gevangenisstraf op te leggen lijkt dat verzoek eerder te zijn ingegeven door zijn pogingen om als slachtoffer gezien te worden. Er is de rechtbank niet gebleken dat de verdachte oprecht spijt of wroeging heeft van zijn daden.
De verdachte gaat het gebruik van geweld niet uit de weg. Dat blijkt onder meer uit zijn zeer uitgebreide strafblad, de verklaringen van zijn ex-partner en zijn eigen verklaringen op zitting. De samenleving moet dan ook langdurig tegen de verdachte worden beschermd. De rechtbank veroordeelt de man daarom tot de maximale tijdelijke gevangenisstraf, een straf van dertig jaar.