ZUID-HOLLAND - Parkeernormen zijn vaak een hinderpaal voor binnenstedelijk bouwen. Gemeenten kunnen méér ruimte maken voor optopprojecten en andere binnenstedelijke woningbouw, als zij slim omgaan met parkeernormen. De provincies Utrecht en Zuid-Holland, Platform31 en Aedes ontwikkelden een handreiking, die laat zien welke mogelijkheden zij hiervoor hebben.
“In de dichtst bebouwde provincie van Nederland is bouwen in bestaande buurten heel belangrijk,” zegt gedeputeerde Anne Koning van de provincie Zuid-Holland. “Het is dé manier om steden en dorpen vooruit te helpen én om woningzoekenden een thuis in een fijne buurt te bieden.”
Binnen de bebouwde kom is parkeerruimte helaas een grote horde. Koning: “Corporaties, gemeenten en ontwikkelaars vertellen voortdurend dat parkeren een knelpunt is voor het bouwen van woningen. Gelukkig zijn parkeernormen geen natuurwet, door slimme regels te maken is veel meer mogelijk dan je denkt.”
Daadwerkelijk autobezit
De huidige parkeernormen gaan uit van richtgetallen en handteren het principe: hoe minder stedelijk en hoe minder centrum, hoe meer parkeerplaatsen er nodig zijn. Daarmee houden de normen weinig rekening met het daadwerkelijk autobezit van bewoners.
In de praktijk bepalen de portemonnee en de samenstelling van een huishouden vaak het aantal auto’s. Zo hebben studenten en senioren minder vaak een auto dan gezinnen. Ook het type woningen, de locatie in de stad en de ruimte op straat bepalen de behoefte aan parkeerplaatsen. Daarom is het belangrijk om te kijken naar de feitelijke situatie.
Webinar
Platform31, Aedes en de provincie Zuid-Holland organiseren op 22 mei een webinar over flexibel omgaan met parkeernormen. Hierbij lichten we de handreiking toe en presenteren we een instrument dat gemeenten zelf kunnen gebruiken om parkeernormen af te stemmen op het daadwerkelijke autobezit.